Het automatische bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) is sinds 1 november 2014 een verplichte veiligheidsvoorziening op nieuwe auto's.
Het automatische bandenspanningscontrolesysteem kan de bandenspanning in real time meten met behulp van sensoren die in de wielen zitten.
In geval van een probleem kan het systeem de bestuurder waarschuwen via een pictogram of een lampje op het dashboard. Het is dan aan de bestuurder om de bandenspanning handmatig te controleren.
De bandenspanning is een belangrijke factor om veilig te kunnen rijden. Naast voortijdige bandenslijtage stelt het rijden met een auto met een te lage of te hoge bandenspanning de bestuurder bloot aan vele risico's.
Autofabrikanten kunnen kiezen tussen twee technologieën om de bandenspanning te controleren: zogenaamde 'directe' of 'indirecte' systemen.
Direct controlesysteem
Het directe controlesysteem bestaat uit sensoren (hoofdzakelijk elektronische ventielen) die rechtstreeks in het wiel zijn ingebouwd, waardoor zij de informatie over de bandenspanning van elke band rechtstreeks van het wiel krijgen.
Indirect controlesysteem
Het indirecte controlesysteem omvat sensoren aan de buitenkant van het wiel die de wielomtrek kunnen berekenen en conclusies kunnen trekken over de huidige spanning van elke band.